top of page
Oeganda, maart 2015

Schoensnavel

De lucht pakt zich samen tot een collectief van gitzwarte wolken, als een deken over het verder rustig ogende moeras. Hannington leidt ons zelfverzekerd naar een bootje waar reeds een indrukwekkend oude man het 4pk buitenboord motortje heeft aangeslingerd. We kijken wat ongerust naar boven. Maar nee, geen twijfel, hij kent het moeras op zijn duimpje

Pielemuisjes

Eigenlijk ging het pas mis toen we in het morning report genoemd werden. Tot die tijd was het leven als dokter in Nkokonjeru best aangenaam. Aantrekkelijke werktijden, prettig klimaat, vette lunch en elke ochtend werden we rustig wakker van wat kippengescharrel, een blaffende hond en een omroepstem in de verte.

Miss Pissy

Pissy wordt bij haar voornaam de kamer ingeroepen. Er verschijnt een oudere vrouw, gekleed in een kleurrijke jurk, mooie sandalen en een Dolce & Gabbana wintermuts op haar hoofd. Ik schat haar op ruim 70, en het dossier, een bladzijde uit het schoolschrift van één van haar vast ontelbare kleinkinderen, bevestigd mijn gelijk.

Vondelpark

‘Hoe rook het Vondelpark vannacht, hij vraagt het steeds, hij wil het weten..´ Zoals zo vaak klinkt Acda & de Munnik door de speakers. Het is nog vroeg maar al een ongekende drukte. De hoeveelheid weggebruikers doet denken aan de massa voetgangers op de Bloemgracht op Koninginnedag, pardon Koningsdag. Ik rijd op Jinja Road in de richting van het centrum.

Travelreports
Schoensnavel

OEGANDA

The quest for the Schoensnavel

De lucht pakt zich samen tot een collectief van gitzwarte wolken, als een deken over het verder rustig ogende moeras. Hannington leidt ons zelfverzekerd naar een bootje waar reeds een indrukwekkend oude man het 4pk buitenboord motortje heeft aangeslingerd. We kijken wat ongerust naar boven. Maar nee, geen twijfel, hij kent het moeras op zijn duimpje, en als het daar donker is – wijzend naar links -, dan regent het alléén daar – wijzend naar rechts - . En wij gaan rechtdoor – wijzend rechtdoor - .

Wie de BBC documentaire Africa heeft gezien stuit in Aflevering 2 (Savannah, 15min35sec) op een onooglijke creatie. Een soort eend van buitenproportionele afmetingen. Voorzien van een groteske snavel met een wat minachtend lachje erop. Iets verderop in dezelfde aflevering zien we hoe moeder Shoebill Stork goedkeurend toekijkt hoe de sterkste van haar 2 kuikens het zwakkere broertje doodpikt, survival of the fittest akelig op beeld vastgelegd. Na enkele vruchteloze pogingen in Zambia, moest en zou Oeganda het land worden van het treffen met deze schitterende lelijkheid. En Hannington weet de weg.

10 minuten op het water barst de hel los. De oude baas tovert snel een oude Ola-parasol tevoorschijn. De tropische storm reduceert ons uitklapbare waterijsje echter in een mum van tijd tot een reclamevlag, weg beschutting. We treffen een 2e boot die stuurloos in het moeras ligt, visdraad in de motor, met daarop 3 obese (Amerikaanse) vrouwen in een uitzinnige paniek. Doorweekt eisen ze een terugtocht in onze boot; hun Ola-parasol is weliswaar intact, maar onvoldoende beschutting voor deze hoeveelheid vrouw. De bliksem maakt dat de situatie op het water tenminste insane, outrageous en ridiculously dangerous is. Zwaarbeladen keren we terug, weer geen schoensnavel..

In Afrika’s parel laven we ons aan de prachtige natuur. Tegen de bamboeheuvels in het zuiden van het land vinden we de bedreigde Golden Monkeys. Via de otters in Lake Mutanda en de eindeloze stoffige wegen langs de westelijke grens met Congo komen we midden in Queen Elizabeth NP tot stilstand. Een hard gebonk onder de auto baart ons zorgen, maar uitstappen in het park, met haar bomenklimmende leeuwen, evenzeer. Het lijkt wel alsof de auto de schokken niet meer goed dempt aan de rechter voorzijde. We rijden stapvoets in de daaropvolgende 3 uur richting Kasese, het wasbordprofiel van de weg staat een hogere snelheid simpelweg niet toe. Eenmaal in de garage, zoals verwacht, een kapotte schokdemper.

Ons intiële plan was om Margharita Peak te beklimmen, ruim 5000m, een tocht van zo’n 8-9 dagen naar de absolute top van de Rwenzori Mountains. Maar uitgebreide zelfreflectie na de Bisoke Vulkaan Slijtageslag maakt dat we een 3-daagse tocht naar 3500m beter bij ons profiel (en budget) vinden aansluiten. Met 5 man personeel togen we opgewekt de bergen in om er 3 dagen later deels kreupel uit te komen, 1 van de 4 knieën dwingt tot een wat stijve aftocht. Combineer de grillige pieken van de Dolomieten, de hitte van de evenaar, de fauna van de Apenheul met de flora van Junglebook en je hebt het decor van een schitterende tocht. Onze gidsen Abel en Zebedee vertellen honderduit over de vegetatie en de geschiedenis van de bergketen. En aan het kampvuur ’s avonds leren we nog wat bij; hoeveel stokslagen er momenteel op homosexualiteit staan, dat je met maar 8 geiten niet mag klagen als je vrouw lelijk is en dat op je 30e kinderloos zijn je reinste hekserij is, of tenminste moedwillige sabotage.

We maken onze weg langzaam richting Entebbe waar we hoog bezoek verwachten. Omdat we wat ruim hebben gerekend en Kampala toch niet de stad van onze dromen blijkt, zetten we onze zinnen op Banda Island. Andrew, manager van de hutjes op het eiland, blijkt toevallig met zijn boot in Entebbe te liggen. Hond Patsy is daags ervoor per abuis aan een ijzeren paal blijven hangen en blijkt van een kop tot staart te zijn opengereten. Gelukkig voor ons is zij met haar 58 hechtingen en voortdurende narcose goed genoeg bevonden voor de terugtocht naar het eiland.

 

Waar het regenseizoen in Oeganda pas voor half maart gepland staat maken we voor de 2e keer in een paar dagen meteorologische oorlog mee op het water. Dit keer in een miniscuul speedbootje, met 3 personen en een slappe hond in een kooitje als passagiers. Het water lijkt van alle kanten te komen en de ene na de andere slok bilharzia stuift over het gangboord. Maar na het passeren van de grillige stromingen ter hoogte van de evenaar keert de rust weder en komt Banda Island in het vizier. En wat volgt zijn heerlijke dagen op deze bijzondere bestemming. De eindeloze uren Backgammon, het rondscheuren op de Laser en de unieke bewoners van het eiland maken dit een onvergetelijke uitstap.

En dan is het donderdagavond. Moedig als ze is, is (schoon)moeder Ellen eerder die dag in haar eentje het vliegtuig ingestapt. Welverdiend en razend benieuwd vallen moeder en dochter elkaar laat op de avond in de armen, het is een heel fijn weerzien en het duurt uren voordat alle essentiële zaken even zijn aangekaart. Maar niet te lang, er moet immers gereisd worden, er wordt op ons gewacht...

Hannington ontvangt ons, nu 3 man sterk, nogmaals in zijn bootje. Met een strakblauwe lucht varen we zonder Ola-parasol uit, de voortekenen zijn goed! De tijd verstrijkt en Hannington staat eindeloos door zijn verrekijker te turen. Lukt het dan weer niet....

Dan doorbreekte een schelle ringtone van de motor-meneer de serene rust. Er is een Shoebill gesignaleerd! We varen op hoog tempo door de nauwe moerasgangen, venijnig scherp riet slaat tegen onze armen. Na uren durende minuten splijt het moeras open en zien we in de verte een statig grijs postuur. Als we langzaam – motor  uit -  dichterbij komen, tekent zich de finesse van deze rare vogel af. Stokstijf staat hij daar aan de waterkant, het jeugdige kuifje contrasteert met de norse blik. Zijn uiterlijk vertoon eist gezag en terughoudendheid. We geven gewillig gehoor en ademloos staren we naar de oever, een flashback naar de prehistorie. Waar we in eerdere berichtgevingen geen naam hebben durven te geven aan een onderhuids ontluikende vogelliefhebberij, komen we er nu ruiterlijke voor uit! Ja! Wij zijn bird-nerds in spé en kijken nu naar een ornithologische climax. Hier zijn gelijkgestemden wereldwijd jaloers op! Wat een schitterende verschijning en wat een onwerkelijk lelijk dier.

Het is een goed begin van een hele bijzondere week. Het is ontzettend leuk om Ellen te laten zien hoe we reizen en leven vanuit de auto en het is nog leuker om te zien hoe Ellen haar ogen uitkijkt en elke minuut zich meer lijkt te herkennen in onze voorliefde voor het continent. Na een wandelsafari in Lake Mburo NP en een hoop gestuiter eindigen we aan Lake Bunyonyi. Een hooggelegen meer tegen de Rwandese grens. Met haar 30 eilandjes een chaos op de kaart, maar een lust voor het oog. Claire, een jonge Oegandese vrouw, met een meer dan bewonderenswaardig karakter, neemt ons mee naar een primary school op 30 minuten varen. Gevallen voor de onschuld en het onrecht heeft zij een support-project opgezet, en wij mogen haar vergezellen bij het afleveren van maïs-meel en nieuwe drinkbekers. De doeltreffendheid van haar handelen en de dankbaarheid van staff en leerlingen zijn werkelijk ontroerend, dit is het soort mens waarop Oeganda moet en mag varen.

Daags erna staan we al een uur met nekkramp naar de toppen van de bomen te staren als we opeens een schreeuw horen. Een oerkreet die snel in volume en hoge tonen toeneemt. Direct hierop volgen plots vanuit alle kanten soortgelijke kreten. Een kakofonie van geschreeuw dat afwisselend fascinatie en angst bij ons oproept. We zijn op zoek naar Chimpansees in Kibale Forest en dit vreemde concert vertelt ons dat we héél dichtbij zijn. Dan zien we de Vice-President zitten, 2e in rang in een gemeenschap van zo’n 150 primaten. Een gewichtig gestalte, zittend op een boomstronk slechts 4 meter bij ons vandaan. Wanneer hij zich lichtvoetig het diepe woud in begeeft, volgen we nieuwsgierig. We komen uit bij het epicentrum van de gemeenschap, een conglomeratie van vijgenbomen met ontelbare krijsende chimpansees in de toppen en aan de lianen.

 

Bron van onrust is het vrouwtje in ‘oestrus’, haar gewillige periode. Evenals de Bonobo-aap, deelt de Chimpansee 98% van haar DNA met ons mensen, maar die overgebleven 2% huist wel wat vreemd gedrag. Het vrouwtje in kwestie, haar bereidwilligheid gemakkelijk herkenbaar aan de gezwollen roze broccoli op haar bibs, is in deze tijd van het jaar niet bijzonder kieskeurig. Het is haar toegestaan om met werkelijk elk mannelijk lid van de gemeenschap het bed te delen, met als logisch gevolg dat uiteindelijk niemand weet wie de vader is. Waar dat riekt naar een ‘easy way out’ voor de mannen, is het tegendeel waar, en daarmee het vernuft van haar vrijpostige gedrag. Elk mannetje in de gemeenschap zal zich verantwoordelijk voelen voor de uiteindelijke kleine en neemt deel aan de opvoedkundige en verzorgende taken. Lang niet gek voor die 2%.

En dan is het zaterdagavond, wederom in Entebbe. We zijn terug bij het vliegveld na een intensieve week, volgepakt met het ene hoogtepunt na het andere. Een week met olifanten en leeuwen, lange gezellige avonden, mooie natuur, heuse wijn, lekker eten en vooral heel fijn gezelschap. Ellen vliegt terug naar Nederland en wij gaan door naar Nkokonjeru, een klein dorpje aan Lake Victoria, met een kleine kliniekje. Het bloed kruipt...

Pielemuisjes

OEGANDA

Blote Pielemuisjes

Eigenlijk ging het pas mis toen we in het morning report genoemd werden. Tot die tijd was het leven als dokter in Nkokonjeru best aangenaam. Aantrekkelijke werktijden, prettig klimaat, vette lunch en elke ochtend werden we rustig wakker van wat kippengescharrel, een blaffende hond en een omroepstem in de verte. Pas toen de patiëntenaantallen in de kliniek binnen het bestek van enkele dagen leken te verdrievoudigen en wij langzaam op zoek gingen naar een oorzaak, werd ons het principe van de omroeper duidelijk. Bij een gebrek aan kabel-tv, RSS feeds en nieuwsbrieven wordt het zeer lokale nieuws in Nkokonjeru elke ochtend rond 06.00u rondgeschreeuwd door het dorp, en wij waren de dagelijkse headline; Gedurende 3 weken werken 2 EXPERT Doctors from Holland in ons healthcenter. Komt allen en presenteer u klacht!!.

Wat volgde was een indrukwekkend cluster chronische problematiek, rugpijn sinds 20 jaar, slecht zicht sinds 30 jaar, zere duim sinds geboorte, etc., etc. De ochtend spreekuren werden langer, de middag spreekuren een naadloos vervolg. Ietwat werkschuw beperkte ik me bij voorkeur tot het geven van onderwijs waar Marijn zich onophoudelijk bereidwillig toonde voor de ontstane patiënten-eruptie.

De kliniek beschikt over een zeer kleine apotheek en kan behoudens HIV- en malariatesten geen aanvullende diagnostiek inzetten. Een aantal fantastische mensen roeien daar dagelijks met hun riemen, maar de mogelijkheden blijven beperkt en dat is ook precies waar we tegenaan liepen. Als een verwijzing naar het ziekenhuis niet door patiënt of de familie betaald kan worden, het antibiotica-kuurtje of de pijnstiller niet het gewenste effect heeft, wat rest dan nog...? Ondanks deze geanticipeerde frustratie hebben we een hele fijne en bijzondere tijd gehad in Nkokonjeru. Middels een ware vrijdagmiddagborrel met de mensen van het healthcenter, onze tijdelijke huisgenoten en gastfamilie  hebben we afscheid genomen. Altijd te kort, veel te weinig kunnen doen, maar wel hele bijzondere mensen ontmoet en een dankbare herinnering rijker.

Kidepo Valley NP stond al een tijdje op onze bucketlist. Een weids savanne gebied in het noord-oosten van Oeganda dat door haar afgelegen ligging en turbulent verleden een onontdekte parel op wildlife gebied zou moeten zijn. Het kostte ons 3 dagen om er te komen. We passeerden plaatsen als Gulu en Kitgum, tot voor kort het toneel van de Oegandese strijd tegen de LRA (Lord Resistance Army) van Joseph Kony. Hier werden kinderen uit huizen gestolen en tot kindsoldaat gemaakt, hier werden meisjes moeder en hier werd een dubieus politiek schaakspel gespeeld om de internationale gemeenschap betrokken te houden. De nog altijd aanwezige overmaat aan NGO’s en allerhande borden van hulp-initiatieven zijn niet te negeren. (En Joseph Kony? Voor de Oegandese regering is hij dood, de rest van de wereld denkt dat hij zijn boeltje heeft opgepakt en net als veel ander Afrikaans tuig zich verscholen houdt in de jungle van DR Congo. Leestip: ‘The Worst Date Ever’ – Jane Bussmann).

Kidepo lígt afgelegen en de reis ernaartoe versterkt het overweldigende gevoel als je eindelijk de eindeloze vlaktes van de vallei betreedt. Meer dan het wildleven hier is het de omgeving die beklijft. Als we aan het einde van een lange dag met onze gids een rotspunt beklimmen, kijken we zo ver uit over de vallei dat je fantasie een visuele hallucinatie toelaat, de horizon lijkt wel degelijk een beetje bol te staan... Het park heeft veel te lijden gehad onder de vijandigheden en de wild-aantallen zijn minder dan wat je van de zee van ruimte mag verwachten, desalniettemin worden we getrakteerd op duizenden buffalo’s, treffen we 3 leeuwen bij een verse ‘kill’, spot Marijn in het donker dan eindelijk de cheetah (YES!!, afgevinkt) en zien we in het vroege ochtendlicht nog snel een hyena. Maar ja, 3 dagen naar boven rijden, betekent ook 3 dagen naar beneden..

Naast de LRA neemt de Karamojong de andere helft van het negatief reisadvies voor haar rekening. De Karamojong, bewoners van de Karamoja, zijn Oeganda’s meest distinctieve bevolkingsgroep. Fanatieke vee-houders die lange tijd met succes de gang naar de moderne civilisatie hebben weten te vermijden. Deze ‘primitieve’ instelling heeft geleid tot een wat neerbuigende blik van de rest van het land. Tot enkele decennia geleden liep men naakt rond met een gevederd hoofddeksel en een speer. Idi Amin heeft gepoogd hier op gewelddadige wijze een einde aan te maken en zelfs nu nog is het overheidspersoneel toegestaan onder de inmiddels eigengemaakte kleden te kijken of alles wel bedekt is. Alle inspanningen ten spijt, het aantal blote pielemuisjes wat wij met onze gang door de Karamoja hebben mogen aanschouwen is indrukwekkend te noemen.

Waar de klederdracht of het gebrek hieraan geen reden voor een negatief reisadvies is, was het inruilen van de speer voor AK47’s dat wel. Vee-geschillen werden op uiterst radicale wijze beslecht en het heeft het Oegandese leger 5 jaar gekost om dit een halt toe te roepen. Opvlammingen daargelaten is het nu vredig rijden door een schitterend uitgestrekt en verlaten landschap, bestrooid met vulkanische piramides. Het einde van het droge seizoen maakt dat er weinig vruchtbaars meer is op het land behoudens de vrouwen en hun kinderen die het bewerken, maar het wolkenpakket boven de stoffige wegen kondigde de verandering al aan.

Nadat we via een onbedoeld spannende bergpas Kenia hebben betreden, is ook ons volgende regenseizoen een feit. Noem het een gebrekkige planning of welwillende onwetenheid, maar de precisie waarmee wij elk land in haar regenseizoen weten te treffen mag indrukwekkend genoemd worden. Maart, april en mei zijn de maanden waarin zowel Kenia en Tanzania aan hun vochttekort werken en daar zijn we graag bij. Ons kampje hebben we opgezet nabij Eldoret, onze agenda nog onduidelijk, maar als het droog is gaan we weer rijden...

OEGANDA

Miss Pissy

Pissy wordt bij haar voornaam de kamer ingeroepen. Er verschijnt een oudere vrouw, gekleed in een kleurrijke jurk, mooie sandalen en een Dolce & Gabbana wintermuts op haar hoofd. Ik schat haar op ruim 70, en het dossier, een bladzijde uit het schoolschrift van één van haar vast ontelbare kleinkinderen, bevestigd mijn gelijk, ‘age Mrs. Pissy: 50 years and above’. Nog voordat ze gaat zitten zie ik haar handen al naar haar rug gaan. Onder begeleiding van een vertrokken gelaat en het expressieve ‘oeh-óeff’ en ‘aaah-aha’ probeert ze me duidelijk te maken waar het probleem zit.

Pissy is zeker niet de eerste in de rij van oudere vrouwen met rugklachten. Deze ochtend schuifelt de ene na de andere binnen. De eindeloze kilometers met 25 liter water op het hoofd en het dagelijks omploegen van harde klei moet een keer zijn tol eisen, dus waarom niet vandaag. Ik slaak een onhoorbare zucht, wetende wat er gaat komen. De voorgangers van Mevr. Pissy heb ik met engelengeduld proberen uit te leggen dat het helaas het gevolg is van haar leeftijd en de geleverde arbeid en dat de dichtsbijzijnde MRI-scan 3 landen verderop staat, dus dat er behoudens paracetamol maar weinig aan te doen is. Dit echter stelselmatig tot onvrede van de vrouw in kwestie, er was hen immers verteld dat de blanke dokters alles konden oplossen.

Ik kijk naar Mr. Lawrence, die als hoofd van de kliniek getrouw elk gesprek vertaald tussen mij en de eindeloze stroom patiënten. Ik zie op tegen wederom een onbegrepen ellenlange uitleg en interpreteer het vriendelijke hoofd van mijn tolk als aanmoediging. We gaan het eens anders doen, zoals ik het eigenlijk geleerd heb.

In mijn beste Oegandees groet ik Mevr. Pissy nogmaals en maak een luchtige opmerking over het weer; ‘Goh, wat is het warm hè?!’. Ze staart naar me, verder niets (we zitten in een klein hokje midden op de evenaar). Zoals het hoort verontschuldig ik me voor het feit dat ze al 3 uur zit te wachten, maar krijg wederom geen enkele reactie. Als ik vervolgens Mr. Lawrence vraag te informeren naar haar klacht begint haar optreden opnieuw en ditmaal begeleidt door verbaal geweld. Mr. Lawrence rondt naar een paar minuten af en deelt me de conclusie mee: ‘Backpain, since 20 years’. Juist... ‘Anything else?’, vraag ik. Ik inventariseer. Een ander vat lijkt te worden aangeboord en Mr. Lawrence concludeert: ‘Stomach pain, on and off for 2 years’.

Goed, ik vertel haar dat we met de rugklachten beginnen en dat wanneer de zon nog niet onder is er misschien ook tijd is aandacht aan haar buik te besteden. Ik vraag Mr. Lawrence haar te vragen wat uit te wijden over haar rugklachten (‘waar ben ik aan begonnen ?!?’). Hij vertrekt weer in het Oegandees en hoewel ik er helemaal niets van begrijp geef ik aanmoedigende kuchjes en hm-hmms. ‘This one is saying’, begint Mr. Lawrence, ‘she’s having backpain the entire day, on and off, and it is paining her too much’. Dat is wederom een knappe conclusie van mijn tolk, hij heeft zojuist 5 minuten Oegandees geratel tot 1 zin weten te reduceren.

Maar ik heb nog steeds geen hulpvraag en dat zijn strafpunten, dus we gaan door. Ik laat Mr. Lawrence vragen wat voor Mevr. Pissy de reden is om juist vandaag te komen, daar ze al 20 jaar klachten heeft. Dit is een hele gekke vraag, vindt ook Mr. Lawrence, want ik bespeur nu enige twijfel in zijn vertolking. Er volgt gelach, wat vragend gekreun, wederom wat gelach en dan; ‘she doesn’t know, but now she is here’. Ai, dit wordt een lastige. Ik gooi er een samenvatting in, Mr. Lawrence bevestigd onmiddellijk, zonder de moeite te nemen te vertalen.

Pissy is op dit punt onrustig op haar stoel heen en weer aan het schuiven. De gemiddelde doorlooptijd in de kliniek is zo’n 1,5 minuut per patiënt en Pissy begint zich ongemakkelijk te voelen zo lang in de nabijheid van die rare blanke dokter met zijn rare vragen. Ik wil de handdoek nog net niet in de ring gooien en kom met een wanhoopsschot op de proppen: ‘What is it she thinks I can do for her?´. Op dit punt grijpt Mr. Lawrence in. Zonder enige vertaling vertelt hij me dat Pissy ongetwijfeld graag paracetamol wil, dat ze daarvoor gekomen is en dat ze dat altijd krijgt.

Gedurende die week wordt alles duidelijk. De medicatie in de kliniek, een healthcenter gefinancierd door de overheid, wordt gratis verstrekt. Vrijwel alle medicatie (pijnstillers, antibiotica, sederende medicatie, etc.) is in Oeganda gemakkelijk over de counter te verkrijgen, toch verkiest menigeen de vaak urenlange wachttijden van de overheidsinstellingen. Dat scheelt toch weer een paar Oegandese Shilling. En wat betreft de hulpvraag, die is vaak maar moeilijk te achterhalen, de patiënt luistert, krijgt gedicteerd en accepteert. Misschien ging het vroeger bij ons zo ook wel...

Miss Pissy

OEGANDA

Hoe rook het Vondelpark vannacht?

Hoe rook het Vondelpark vannacht, hij vraagt het steeds, hij wil het weten..´ Zoals zo vaak klinkt Acda & de Munnik door de speakers. Het is nog vroeg maar al een ongekende drukte. De hoeveelheid weggebruikers doet denken aan de massa voetgangers op de Bloemgracht op Koninginnedag, pardon Koningsdag. Ik rijd op Jinja Road in de richting van het centrum. Het betreft een 3-baansweg, maar dit is een rekbaar begrip. Voor me wisselen de taxibusjes ontelbare keren van plek, één voor één gooien ze het roer om naar de stoeprand om er een passagier uit te werpen en in dezelfde handeling er een in te trekken. Het is de dagelijkse doelstelling van elke chauffeur om het opgelegde limiet aan passagiers (max 14 seats) tenminste te verdubbelen. Ik heb nog nooit in een betreffende matatu gezeten, maar het lijkt me nogal wat voorbereidend werk vergen om precies op het juiste moment voor de deuropening klaar te zitten voor de ejectie. Wat nou als je je kans mist, moet je dan weer achteraan aansluiten?

Links van me, daar waar eigenlijk helemaal geen asfalt meer over is, schiet de ene na de andere motor voorbij. De motortjes (boda-bodas) wat het eigenlijk zijn met hun 100cc, doen eveneens aan de gebruikelijke zeteloverschrijding. 3 is gemiddeld, maar 5 is eveneens haalbaar. Dat gezegd, dat is uiteraard wel afhankelijk over er niet ook net een tros bananen of een geit betaald heeft voor dezelfde rit. Aangezien ik bovenal stil sta in deze drukte word ik overmand door het gevoel dat ik ook altijd had in de rij voor de hoge duikplank in Openluchtzwembad de Warande. Goed opgevoed sta je daar je beurt af te wachten voordat je je met doodsverachting mag wagen aan een bommetje van 3 meter, schiet het ene na het andere brutale ettertje net onder ellebooghoogte voorbij. Zo glibberig snel, omdat zij nog niet zijn opgedroogd in de uren durende wachtrij.

Acda & de Munnik beginnen voor de 3e keer aan hun repertoire en ik sta nog steeds op Jinja Road. Ik heb om 09.00u een afspraak in de garage en het is nu 11.30u dus ik ben ruim op tijd. Ik sta vooraan in de rij voor het stoplicht, het is groen. Aaargh, wat lijkt het me verschrikkelijk om een stoplicht te zijn in Kampala?! Groen of rood betekent voor elke bestuurder iets anders, dus worden alle kruispunten bemand door Traffic Police, steevast een man en een hele dikke mevrouw, in een wit pakje. Meneer doet mijn kant van de weg, onze kant van de weg, want ik ben niet alleen. Terwijl het peleton boda-bodas voor me een rookgordijn optrekt zoek ik gespannen naar het verlossende handgebaar van de wetsdienaar, wetende dat als ik het mis ik door het peloton matatus achter me en mass op de bullbar zal worden genomen.

 

De traffic police in Kampala krijgt 2 instrumenten ter ondersteuning in haar taakuitvoering. Allereerst de fluit. Niets is zo dodelijk effectief als een fluitje. Of het de judolessen van Meneer Kobben zijn geweest, of de licht ontvlambare thuisfluiter Meneer Hovius, ik weet het niet, maar bij het horen van het fluitje zit ik rechtop, geef pootjes en doe als gevraagd. En met mij de rest van Kampala, want niemand verroert een pedaal. Ten tweede beschikt de politieman over een mobiele telefoon en het is zijn plicht zijn tijd evenredig te verdelen tussen het fluitje en zijn schermpje. En omdat hij zojuist tot zweetdruppels toe heeft geblazen kijk ik nu toe, met zo’n 364 medestanders, hoe hij uiterst gewichtig zijn scharrel smst.

Het is net iets over 12-en als ik de Toyota Garage bereik, ik heb de 8,7 km in een recordtijd van 4 uur afgelegd. Met elke kilometer heb ik het equivalent van een slof sigaretten geïnhaleerd en daarmee is mijn levensverwachting aanzienlijk geslonken, maar de auto kan aan zijn beurt beginnen. Bongo, de mechaniciën waarmee ik tijdens mijn vorige bliksembezoek aan Kampala zaken heb gedaan doet de check-in van de auto. Ja die scheur in de vooras kan vandaag gelast worden, evenals het vervangen van die rubbertjes. Maar het repareren van de blower, nee sorry, daar zal ik morgen even voor terug moeten komen...

Vondelpark
bottom of page